Nieuws
Interview van Christel Van Renthergem met Robert Janssens over zijn roman 'Sukkelaar' op Gentleest.be
'Nu weet ik wat ik waard ben.'
Robert Janssens
Christel Van Renterghem maakte voor de website Gentleest.be een interview met auteur Robert Janssens over zijn romandebuut 'Sukkelaar'.
Oud-wielerjournalist Robert Janssens schreef op zijn 82-ste zijn eerste roman. Stadslezer en redacteur Christel Van Renterghem ging met hem in gesprek: "Met een klein hartje wachtte ik op Robert Janssens. Na 44 jaar werkzaam als sportjournalist en 15 boeken over de wielersport, mocht ik hem interviewen. Enkele minuten nadat hij binnen gekomen was, kon ik weer ademhalen en hadden we een leuk gesprek over zijn eerste roman Sukkelaar en over het leven."
Het schrijven van een roman was al op 16-jarige leeftijd een droom. Waarom wachten tot 82 jaar?
Ik heb tot mijn 82 jaar niets anders gedaan dan geschreven. Op mijn 16 jaar ben ik gaan werken en werd journalist . Dit heb ik gedaan van 1960 tot 2004. Mijn specialiteit was wielrennen, waarbij je soms veel te veel moet schrijven. En dan heb ik nog dat extraatje, namelijk 15 boeken over het wielrennen. Daar waren enkele kanjers van boeken bij. Het was dan ook moeilijk om nog iets anders bij te pakken. Na het einde van mijn carrière kreeg ik gezondheidsproblemen en was ik een goed jaar buiten strijd. Daarna heb ik nog enkele boeken en boekjes geschreven over het wielrennen en kwam tot de conclusie dat ik over dit onderwerp niets meer te vertellen had. Johny Vansevenant, politiek journalist bij de VRT-radio , motiveerde mij om verder te doen. Ik had hem behoorlijk geholpen bij zijn boeken over Eddy Merckx en hij stelde dit enorm op prijs. Zo zijn we vrienden geworden. Een andere vriend , een oud-hoofdredacteur van Het Nieuwsblad, bleef ook maar aandringen om mijn levensverhaal te schrijven. En zo ben ik eraan begonnen.
Waarom wilde je een roman en geen autobiografie geschreven?
Dat ging mij niet. Ik ben een veel lezer. Reeds als kind las ik Pietje Bell, Baron von Münchhausen, Dik Trom. Ik heb nog alle boeken uit mijn kindertijd. Mijn lievelingsauteur is John Irving. De verhaallijn en de zijstraatjes die hij in zijn werken legt, kon ik niet. Ik heb daar een grote bewondering voor. Maar ik mocht Irving niet nadoen. Ik kreeg maar geen structuur in mijn levensverhaal. Op een zeker ogenblik heb ik foert gezegd en ben gewoon beginnen schrijven. Dan heb ik hier en daar wat personages gecreëerd en zo begon mijn verhaallijn met de zijstraatjes te lukken.
Hoe lang heb je dan geschreven?
Redelijk vlug, in zes maanden had ik de brute versie. Elke voormiddag probeerde ik zinnen op papier te krijgen. De drang om rap te schrijven zat nog in mij. Want voor mijn werk had ik een deadline. Dus legde ik mij de discipline op om elke voormiddag aan mijn verhaal te werken. Ik vond na een tijdje dat ik een te strakke discipline had om fictie te schrijven. Ik moest mij kunnen laten gaan in mijn fantasie. Bij fictie mag de tekst wel eens meester zijn over de schrijver.
Is een fictieboek dan veel moeilijker?
Ik vond dat niet moeilijk. Ik vond het plezant. Ik kon de kronkels die ik in mijn hersenen had op papier zetten. Op het moment dat ik besefte dat ik geen reportages meer aan het schrijven was, werd het veel plezanter. Ik moest mezelf af en toe remmen, want ik had geen deadline meer.
Had je met deze roman een lezersdoelgroep voor ogen?
Ik had geen doelgroep, geen uitgever. Ik had niets. Ik had alleen het verlangen om zoiets te doen zonder te weten waar ik ging uitkomen. Ik had ook geen doelstelling. Ik wilde alleen schrijven en hebben voor mezelf. Ik wilde een cadeau aan mezelf geven.
Het boek is geen autobiografie, maar fictie. Bij het lezen zat ik me telkens af te vragen: “Wat is nu echt gebeurd en wie is wie?”
Dat is zo’n grapje waarbij mensen die mij kennen, moeten raden of het waar gebeurd is of niet. Er staan geen eigennamen in het boek. Dat is een fantasieke. Het is eigenlijk een proberen geweest.
Ik ben ook altijd benieuwd naar de titel van het boek ‘Sukkelaar’? Was het direct duidelijk dat dit de titel ging worden?
Ik wist niet welke titel ik aan het boek zou geven, omdat ik niet wist waar ik naartoe ging. Onderweg zijn er verschillende titels door mijn hoofd gegaan. Hier is het duidelijk dat het hoofdpersonage zich zelf als een sukkelaar ziet. Maar ikzelf zie mij niet als een sukkelaar. Wat me wel een beetje dwarszat was het feit dat ik tot mijn 16 jaar naar school geweest ben en ik wat avondlessen gevolgd had. In de journalistiek kwamen er meer en meer universitairen werken. Sommigen lieten dit voelen. Als sportjournalisten waren wij voor de andere journalisten wat minderwaardig. Bijvoorbeeld, ik had boven een reportage een titel van John Irving gezet en één van de andere journalisten kwam mij vragen of ik wist dat die titel een boek van John Irving was. Toen ik ja zei, antwoordde hij: “Maar dan lees jij ook boeken!” Als jonge journalist geeft dit wel een deuk in je zelfvertrouwen. Nu weet ik wat ik waard ben.
Is het hoofdpersonage dan een samensmelting van verschillende personen die je kent?
Nee, dat is een uitloper van mij. Het is iets wat uitdijt. Ik vond het zo plezant, dat ik al aan een volgend boek begonnen ben. Het hoofdpersonage heeft nu wel een naam, hij heet Jef en is het tegenovergestelde van wie ik ben.
In het boek grijp je soms situaties aan om bepaalde gebeurtenissen of de maatschappij in een kritisch daglicht te stellen. Is het de bedoeling om de lezer er over te doen nadenken?
Dat zijn die zijwegen, die ik in mijn leven ook had. Ik probeerde daar altijd een mening over te vormen, zonder discussies te willen voeren of gelijk te willen hebben. Ik heb altijd toch mijn mening. Alhoewel het boek triestig eindigt, heb ik mij toch geamuseerd.
Eindigt het boek triestig voor de sukkelaar? Ik vind van niet.
Ja, de mensen zullen toch vinden dat het triestig eindigt, maar voor de sukkelaar voelt het aan als totale vrijheid, een bevrijding. Hij is bevrijd van de sociale druk. Hij heeft geen gezaag maar aan zijn oren, hij hoeft geen schone kleren meer te dragen, hij mag ’s nachts snurken.
Het was wel een verrassend einde. Hoe kom je daarbij?
Ja, zoals je ondertussen al gemerkt heb, is mijn grote idool John Irving. Ik heb dan ook wat trucjes van hem gepikt. Wie pikt er niet eens iets van een andere schrijver, of kunstenaar?
Heikele thema’s zoals Alzheimer en euthanasie ga je niet uit de weg. Is dit met ouder worden dat deze thema’s meer in je leven komen?
Het is met ouder worden, maar vooral ook met ervaring. Ik heb twee zussen die zwaar dementerend zijn. Ze verblijven allebei in een centrum voor dementerenden. Euthanasie hield mij niet altijd bezig, maar het is een fenomeen waarover je toch af en toe over nadenkt. Maar ik ben een persoon die daar niet zoveel bij stilstaat. Ik ben zelf zwaar ziek geweest en ik entertainde de anderen om hen maar niet verdrietig te laten voelen. In het ziekenhuis hadden ze nog nooit zo’n optimistische, blije patiënt gehad. Alhoewel ik met veel dingen bezig ben, maak ik mij geen zorgen over het leven. Ik ben er absoluut geen zwartkijker door geworden.
Komen er nog vele romans?
Ik heb veel plezier aan het schrijven gehad, maar vooral de manier waarop het uitgegeven werd heeft mij nog meer voldoening gegeven. In het begin had ik twijfels : geraakt dit boek wel uitgegeven? En wie zal dat willen? Ik heb het daarover met mijn vrienden gehad en de stand was 2-2. Twee zeiden dat ik het boek nooit ging kwijt geraken. Twee zeiden: “Als jij het niet uitgeeft, zal ik het uitgeven”. Ik heb dan de lijst van de uitgeverijen in Vlaanderen bekeken. Schrijver Stefaan Van Laere heeft een eigen uitgeverij , ‘Partizaan’. Op een maandagmorgen stuurde ik hem mijn manuscript op om 9u en om 11u kreeg ik een telefoon “ Ik ga het boek uitgeven”. Ik werd bij het volledig productieproces betrokken. Dat vond ik heel interessant. Nu ben ik aan het tweede boek bezig, maar leg mezelf geen deadline op.
Ik kan je alleen nog veel plezier wensen bij het schrijven van jouw tweede roman, derde roman, vierde roman…Ik ben vooral nieuwsgierig naar de evolutie van de hoofdpersonages in de boeken die volgen.
De roman Sukkelaar van Robert Janssens werd uitgegeven bij Partizaan, telt 350 bladzijden en is te koop in de boekhandel of te bestellen op de site de uitgever.
Christel Van Renterghem
Deel dit nieuwsbericht: