Nieuwsbrief
Welkom op de nieuwsbrief van Uitgeverij Partizaan. Hier leest u niet alleen meer informatie over onze boeken en auteurs, maar ook interessante bijdragen en artikels van gastschrijvers. Veel leesplezier!
06/05/2025
Vergis je niet: de jeugd is leesverslaafd...
"De jeugd leest minder dan vroeger": auteur Stefaan Van Laere is het hier niet mee eens...
Vergis je niet: de jeugd is leesverslaafd
De jeugd leest niet meer, klinkt het soms. Daar ben ik het dus niet mee eens. De jeugd is intussen leesverslaafd, al gebeurt het op een andere manier dan in mijn jonge jaren.
Flashback terug in de tijd. 1970, ik ben zes jaar oud. Neil Armstrong heeft een jaar eerder als eerste mens voet op de maan gezet, en de schoolmeester van het eerste leerjaar filosofeert met ons over het magische jaar 2000. Computers zullen dan ons leven bepalen, zegt hij wijs.
Computers? Ver van mijn bed! Het jaar 2000? Wat maakt het nog uit! Dan zal ik al 37 jaar zijn, oud en afgeleefd.
Vijftig jaar later, ik ben nu 56. Ik kan al heel wat jaren terugblikken, maar ik voel me niet oud. Al die levenservaring met naast veel mooie momenten ook de nodige blutsen en builen heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben, en ik kijk al uit naar wat de toekomst nog voor mij in petto heeft.
Als auteur heb ik ook meerdere jeugdboeken geschreven. Een van de leuke nevenactiviteiten van het schrijversbestaan is dat ik af en toe word uitgenodigd om lezingen op scholen te geven.
Contact met je lezer is voor een auteur erg belangrijk. Je krijgt niet alleen een onmiddellijke reactie op je werk, maar je kan ook toetsen wat bij je publiek leeft. In het geval van kinderen is de respons onmiddellijk en ook oprecht.
Dwalend door de schoolgangen ergens te lande voel ik me dan zelf ook altijd weer een scholier. En ik merk dat er eigenlijk niet zoveel veranderd is. De geur van boekentassen en turnzakken katapulteert me terug in de tijd.
Ik begin een lezing altijd met mijzelf even voor te stellen. Ik vertel hoe ik ooit ook kind geweest ben en wijs meteen zelf naar de verschillen.
We hadden geen computers, geen smartphones. De televisie zond nog uit in zwartwit, we hadden maar enkele televisiekanalen en geen afstandsbediening. We konden niet uitgesteld kijken, en ook geen programma’s opnemen. Er waren nauwelijks televisieprogramma’s voor de jeugd, en onze ouders konden ons echt straffen door ons te verbieden om naar de jeugduitzendingen op woensdagnamiddag te kijken want dan duurde het een hele week voor wij weer aan de beurt waren.
De – vaste – telefoon deed ten huize Van Laere maar zijn intrede toen ik al zestien jaar was.
Ik zie de oogjes dan wijd open gaan. De aandacht van de kinderen is meteen gewekt. Ze bekijken mij met een mengeling van ongeloof en medelijden.
Maar ik heb een mooie jeugd gehad, zeg ik dan meteen ter geruststelling. Wij speelden met zijn allen buiten, we fietsten, we voetbalden, we knikkerden. Ik reed met mijn rennertjes op de stoep de Ronde van Frankrijk na, Eddy Merckx won altijd.
En we lazen boeken en strips.
Op de vraag wie graag leest zie ik naarmate de leeftijd van de klas vordert steeds minder vingers de hoogte in gaan. Je kan ons schoolsysteem verwijten dat er weinig aan gedaan wordt om het lezen bij jongeren te bevorderen. Maar er is vooral die ene grote boosdoener dat de jeugd nu te veel andere prikkels heeft. Lezen is niet meer cool.
Ik ben zo vrij om het daar niet mee eens te zijn. Tieners, maar ook nog jongere kinderen, zijn intussen aan hun schermpjes gekluisterd. Wij senioren kunnen daar weleens kregelig om worden, maar er is niets nieuws onder de zon. Voor ons waren boeken en stripverhalen als medium op onze maat geschreven, nu heeft de jeugd andere ‘dragers’ ter beschikking. Maar of je nu leest op papier of op een scherm, of dat nu keurige volzinnen in perfect Nederlands dan wel typische jongerenuitdrukkingen met veel afkortingen zijn, in essentie gaat het om hetzelfde. We zijn verzot op verhalen, en we willen met elkaar kunnen communiceren.
Sta ik weer in zo een klas van opgeschoten tieners bij wie lezen niet bepaald hoog op het lijstje van prioriteiten staat, dan voel ik spontaan weer een milde glimlach opkomen.
‘Jullie lezen eigenlijk de hele dag door, zelfs meer dat wij, die jullie ‘ouderen’ noemen.’
Ik zie ze elkaar dan verbaasd aankijken.
‘Wanneer hebben jullie vandaag voor het eerst naar jullie smartphone gekeken?’
‘Al in bed, bij het wakker worden’, klinkt het dan meestal. Nee, ik lieg. Eigenlijk altijd.
‘En waarom?’ stel ik dan een vraag die ogenschijnlijk dom overkomt, typisch iets uit de mond die waarschijnlijk al half seniel is.
‘Om onze berichtjes te lezen natuurlijk!’ schudden ze verwonderd het hoofd. Hoe stom is die oude vent daar vooraan in de klas wel niet!
‘Inderdaad, lezen’, knik ik, en dan valt meestal hun frank (om nog maar eens deze ouderwetse uitdrukking te gebruiken). ‘Jullie doen dat de hele dag door. Hier in de klas nu misschien stiekem omdat het niet mag, maar dat maakt het net nog spannender. Jullie zijn in feite allemaal leeskampioenen. Wat zeg ik, leesverslaafden. Jullie kunnen het niet missen, jullie willen altijd meer.’
Doorgaans ben ik dan opgewarmd en kom ik langzaam op dreef. ‘De films en de series waar jullie naar kijken, de spelletjes die jullie spelen: die zijn allemaal door mensen geschreven en ontwikkeld. Het zijn misschien niet meer de boeken die ik in mijn jeugd gretig verslond, maar eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer.’
Ik zie dat ze mij intussen al helemaal anders bekijken.
‘Ik ben nog van de generatie die met elkaar telefoneert. Hoe vaak doen jullie dat nog?’
Ook hier gaan opvallend weinig vingers de hoogte in.
‘Wij sturen berichtjes.’
‘En die moeten dan ook weer gelezen worden, nietwaar… Echt, jullie zijn verslaafd aan lezen.’
Die ouwe is toch nog zo gek niet, ik zie ze het denken.
Op weg naar huis heb ik meestal een goed gevoel. Ik voel me dan zeker niet oud, integendeel. Ik krijg er net weer nieuwe energie en inspiratie door, klaar om 100 te worden. En gelukkig zijn er toch altijd wel enkele leerlingen die wel nog graag een boek lezen.

share: